Samenvatting
Door inkopen en verkopen veranderen de voorraad goederen en liquide middelen.
Bij de administratieve organisatie moet je aandacht besteden aan
• het inkoopproces;
• het verkoopproces;
• het voorraadbeheersproces;
• het kasproces.
Voor al deze processen is informatie nodig voor:
• het voorbereiden en nemen van beslissingen;
• het uitvoeren van de activiteiten;
• het afleggen van verantwoording.
Bij functiescheiding zijn er de volgende functies:
• beschikken;
• bewaren;
• registreren;
• controleren;
• uitvoeren.
Bij samenspanning gaan twee functionarissen met verschillende soorten functies samenwerken om te frauderen.
Als er meerdere soorten functies bij één medewerker zijn ondergebracht dan is er sprake van functievermenging.
Interne controle richt zich op het beheersen van de processen die leiden tot een geldstroom. Interne controle richt zich op:
• preventieve maatregelen: maatregelen die je van tevoren neemt;
• repressieve maatregelen: maatregelen die je achteraf neemt.
Een medewerker die controles moet uitvoeren, kan onder andere de volgende controlemiddelen gebruiken:
• verbandscontrole
• cijferbeoordeling
• aanwezigheidscontrole
• ontstaanscontrole